|
||||||||
|
De Amerikaanse singer-songwriter Jim Keller maakt inmiddels al meer dan 40 jaar muziek en wordt met name in zijn vaderland gerekend tot de grootheden in het rootssegment. Zelf ken ik Jim Keller van zijn eerste soloalbums "Sunshine in my Pocket" (2009), "Soul Candy" (2011) en "Heaven Can Wait" (2014) en natuurlijk van zijn laatste geweldige comebackplaat "By No Means" uit 2021. Keller schreef het rockende "She’s The One" samen met Mitchell Froom en Byron Isaacs, en is de eerste single van zijn nieuwe album "Daylight" dat HIER te beluisteren is. In 1978 richtte Keller in San Fransisco, samen met leadzanger en ritmegitarist Tommy Heath, Tommy Tutone op. De band kende hier in Europa maar een gering succes, maar was in Amerika een grootheid. Na de release van het titelloze debuutalbum van de groep in februari 1980 bereikten ze in Amerika de top 40 met de single "Angel Say No". Nadat hij naar New York was gemigreerd, sprong hij over de schutting, runde de uitgeverij van Philip Glass en nam het management van Glass' carrière over als directeur van Dunvagen Music. In 2005 keerde hij terug voor het opnemen en optreden, met een stem die verouderd was door de tijd. Keller is een cultfiguur in de muziekwereld en zijn optredens in de Rockwood Music Hall in New York en The 5 Spot in Nashville zijn legendarisch. Als de beste spelers van de stad niet met hem op het podium staan, zitten ze wel in het publiek, zingen mee, spelen mee, maken het soort lawaai dat je in een mindere stad zou doen opsluiten. De release "By No Means" uit 2021, geproduceerd door Mitchell Froom (Los Lobos, Crowded House, Randy Newman) en ondersteund door Los Lobos' David Hidalgo op gitaar, introduceerde Keller bij de Europese media en fans. Op 31 mei verschijnt zijn nieuwe album "Daylight", het tweede in een trilogie met de gevierde producer Mitchell Froom en de gerenommeerde muzikanten David Hidalgo, Bob Glaub en Michael Urbano. Het project ontstond toen Jim Keller en Mitchell Froom elkaar ontmoetten in LA en besloten om samen aan muziek te werken. Ze stuurden een paar maanden lang nummers heen en weer - en Keller maakte twee of drie reizen naar het westen vanuit Brooklyn - voordat ze het eens werden over een projectidee. Het resulterende "Daylight" is een voortzetting van hun concept, met een dozijn nieuwe nummers. Eenvoudig en rechttoe rechtaan. Ze zouden drie albums opnemen, met dezelfde band, hetzelfde verhalende karakter en in hetzelfde sonische landschap. Ze waren het erover eens dat ze David Hidalgo en Bob Glaub nodig hadden in de band, met Mitchell als toetsenist en Keller op akoestische gitaar. Toen ze op hun plek zaten, haalde Mitchell drummer Michael Urbano uit San Francisco erbij. De albumtrilogie, die de naam "Tres Caminos" kreeg, begon met de opname van het eerste album "By No Means" (zie recensie) in Michells thuisstudio. Met David Boucher als co-producer namen ze 10 tracks op in vijf dagen, allemaal live, heel eenvoudig. Een pandemie later was het tijd om de band weer bij elkaar te brengen voor het tweede album in de trilogie. Dezelfde crew kwam samen in januari 2023 en nam "Daylight" op. Deze keer kwamen ze samen in Valentine Studio in de Valley, een oude studio gebouwd in het begin van de jaren 60 met een vibe en apparatuur die sindsdien onveranderd is gebleven. Opnieuw speelden ze live, vijf dagen lang, en deze keer namen ze 12 nummers op. Gezien mijn enorme liefde voor "By No Means" waren mijn verwachtingen met betrekking tot "Daylight" bijzonder of zelfs onrealistisch hooggespannen, maar Jim Keller heeft me zeker niet teleurgesteld. Sterker nog, "Daylight" is misschien nog wel beter en indrukwekkender dan het al zo imponerende "By No Means". Op "By No Means" vult Jim Keller de grote leegte die door J.J. Cale is achtergelaten. Net als J.J. Cale maakt Jim Keller vooral door blues geïnspireerde muziek, maar het is zeker geen typische bluesmuziek. Het gitaarspel van Keller is heerlijk laid-back en ook de vocalen zijn net wat meer ingetogen dan in het blues genre gebruikelijk is. Hiernaast verwerkt Keller nog flink wat andere invloeden in zijn muziek, waardoor invloeden uit de country, folk en rock ’n roll, waarbij goed is te horen dat Keller de afgelopen jaren door alle uithoeken van de Verenigde Staten heeft gereisd. Het levert muziek op die met van alles is te vergelijken, maar drie namen domineren voor mij. Het openende "Daylight" gaat het over een man wiens geliefde hem heeft verlaten en doet me, zoals gezegd denken aan de platen van J.J. Cale, vooral vanwege het vermogen om muziek terug te brengen tot de essentie, al is de muziek van Keller wel wat rauwer dan die van J.J. Cale. Door deze rauwheid doen songs als "Walkin'", "I Like It Like That" en "Oh Yeah" me af en toe ook wel wat aan Bo Ramsey denken. Vanwege de manier van zingen van Keller en het wat zompige geluid in een song als "Trouble High, Trouble Low", waarin prachtig gitaarwerk domineert, blijf ik soms ook steken bij de naam Tony Joe White. "Daylight" had zomaar een door Tony Joe White geproduceerde plaat kunnen zijn. Ondanks het vergelijkingsmateriaal van naam en faam is het Jim Keller die uiteindelijk zijn stempel op deze plaat drukt. De productie van Mitchell Froom en David Boucher is werkelijk prachtig en de band verkeerd in grootse vorm, maar het zijn de songs van Keller en zijn vertolking van deze 12 songs die voor het meeste kippenvel zorgen. Vele jaren geleden wist ik het eigenlijk al, maar nu zeg ik het ook: Jim Keller behoort tot de allergrootsten binnen het rootssegment en heeft een plaat gemaakt die de komende tijd maar door weinigen zal worden benaderd. "Daylight" is een grootse plaat die maar blijft groeien en verwonderen en die ook bij de zoveelste beluistering nog garant staat voor kippenvel, en het is dan ook weer uitkijken naar het derde en laatste album van deze trilogie dat volgend jaar zal uitkomen.
|